In The Box // Out of Comfort is een project die is ontstaan in het Oranjehuis. Ambassadeur Lou Vansever merkte op dat het wel leuk zou zijn om een aantal creatieve workshops aan te bieden aan de leefgroep. Dit heel laagdrempelig en zonder resultaatsverplichting. Proeven van nieuwe creatieve media dus.
Projectcoördinator Helena Calleeuw nam na afloop van het project een interview af met Lou (ambassadeur van het project) en Koert (begeleiding Oranjehuis). Lees de neerslag ervan hieronder:
Hoe was dat voor jou, Lou, om dit project zelf op poten te zetten en hoe is het tot nu toe al gegaan? Want jij bent de bron van het project, zonder jou was dit er niet geweest.
Lou: Ik vind het vooral leuk om activiteiten aan te bieden aan de jongeren die niet naar buiten mogen. In het begin was ik wel wat gestresseerd of er genoeg volk zou zijn. Maar uiteindelijk had ik wel het vertrouwen dat er sowieso mensen gingen komen. Ik vind dat leuk als ze achteraf komen zeggen dat ze het tof vonden en vragen wanneer de volgende workshop zal zijn.
En als jij nu nadenkt over jongerenprojecten waarbij er vanuit jongeren gewerkt wordt met hun eigen ideeën, wie of wat rond het project is belangrijk voor jou als projecthouder? Wie of wat doet je project slagen?
Lou: Ik denk dat het nu geslaagd is ten eerste dankzij het budget. Anders was dat helemaal geen optie. Ook Koert en de rest waren nodig. Eigenlijk is het een beetje een combinatie. Tegenwoordig kost alles ook zoveel geld en je moet geld kunnen leggen als je dingen organiseert of wilt deelnemen aan iets. Nu kan ik zeggen dat je niets moet betalen. Je kan eigenlijk vrijblijvend aansluiten.
Dus je maakt het laagdrempeliger doordat je gratis kan aansluiten?
Lou: Ja, de afspraak was ook altijd dat het mogelijk is dat er geen jongeren afkomen. Bij andere workshops moet je aanwezig zijn als je je ergens voor inschrijft, anders is er een probleem. Terwijl, ik denk dat je die jongeren niet moet verplichten. Die hebben al zodanig veel verplichtingen binnen de leefgroep en daarbuiten. Dat was niet het geval en dat vind ik heel fijn. Ook de persoon die de workshop kwam geven was daar oké mee en dat gaf mij minder stress.
En zo het idee om met kunstenaars of met creatievelingen samen te werken, wat is daar voor jou de meerwaarde van? Waarom is dat iets anders dan bijvoorbeeld een avond waarbij je over een thema gaat praten? Nu waren de workshop bijvoorbeeld met beeld, met circus of met muziek.
Lou: Toen we een workshop circus deden, hoorde ik van de jongeren dat ze onzeker waren. De begeleiders van de workshop hadden mij daarover ook aangesproken, maar toch hebben ze die jongeren helemaal mee gekregen en uiteindelijk heeft iedereen meegedaan. Dat was de eerste workshop waarna ze laaiend enthousiast buiten kwamen, dat was niet normaal. En toen merkte ik wel dat in die workshops iedereen betrokken wordt.
Koert: Het effect in de groep is er echt. Gedurende die avonden hebben ze kunnen proeven van verschillende dingen en het circus was daar een goed voorbeeld van. Dan kunnen ze proeven en denken: als ik daar een beetje op zou oefenen dan zou ik daar eigenlijk wel goed in kunnen zijn. Dus qua initiaties, qua triggering hebben ze allemaal kunnen tellen, volgens mij. Ja, het is mooi dat we dit hebben kunnen doen dankzij jullie en hoe Lou het heeft aangepakt.
Wie is er volgens jou nodig om zo een jongerenproject tot een goed einde te brengen, Koert?
Koert: Ja, wie is ervoor nodig? Een organisatie zoals jullie hé, waarop we vanuit onze werking een beroep kunnen doen. Het gaat bij ons om een mindset. De gedachte was dat wij als begeleiders het niet moesten of mochten organiseren. En een vraag in dit geval naar Lou: Wil je dat in handen pakken? En hoe gaan we jou daarin side-kick gewijs steunen maar ook niet te veel overnemen? Dat is een valkuil en een uitdaging voor begeleiding in het algemeen, denk ik. We moeten dat echt oefenen om op een gepaste manier een stapje achteruit te gaan. En mede door jullie insteek ‘van jongeren, voor jongeren’ weten we nu al dat de gedachtegang anders is. Zelfs toen het project een andere wending kreeg in het traject. Dan blijven jullie ervan uitgaan dat het ook kan zijn dat het onderweg stropt, en dat mag. Dat is bijzonder. Dat heb jij van in het begin gezegd dat je weet dat er ook geen jongeren zouden zijn of maar twee jongeren. Ergens hopen we dat het er tien zijn maar het is ook oké dat het er maar twee zijn. Dus daar leggen jullie zo de vrijheid. We gaan die vrijheid ook blijven garanderen. Als het lukt dan is dat heel goed. Als het niet lukt dan moeten we nadenken waarom het niet gelukt is, maar het is ook niet mislukt omdat er een stap niet goed was. Dat is een bijzondere ingesteldheid die meestal niet bestaat.
Dus wat is er nodig? ‘Mogelijkmakers’. DURF2030 maakt het mogelijk met het budget, maar ook jij die coördineert en jullie die dat in een groter geheel steken, maken het mogelijk om erop in te gaan. Dat lijkt misschien klein maar als dat er niet is, dan gebeurt er heel weinig.
Lou: Ja, om terug te komen op die mindset, dan denk ik ook jullie zijn allemaal begeleiders hé. Ik heb het soms gehad met die stereotiepe begeleiders. De eerste workshop was dat niet duidelijk dat het niet de bedoeling is dat leefgroepbegeleiders meedoen. Als ze er niet zijn dan stellen de jongeren zichzelf meer open en durven ze meer in de workshop. Want ze weten, alles wat je in de leefgroep met de begeleiders doet, wordt geobserveerd, wordt genoteerd en er wordt op terug gekomen. Daar is dat niet het geval. Dus je kan jezelf zijn want je gaat niet achteraf nog een gesprekje moeten hebben over je gedrag.
Ja dat is wel krachtig ook dat je dat zo kan zeggen. Ik denk dat veel andere jongeren daar ook mee zitten en dat niet durven communiceren. Dat is inderdaad een evenwicht zoeken, dat het wel een constructief gesprek blijft maar dat je wel kan zeggen: nee, wij zijn het die het organiseren en dat was de afspraak, voilà.
Zijn er nog dingen die jullie willen aanvullen dat je nu nog niet hebt gezegd. Iets wat je nog kwijt wilt over het project of waar jullie in de toekomst naartoe willen werken?
Koert: Ja, ik zou hopen dat er uit DURF2030 nog vervolgstukjes komen en dat mag in een andere vorm. We zijn nu in 2023, dat heel die periode waar dat ze naar toe werken nog overbrugd wordt in het zoeken naar nieuwe insteken. En de kleinschaligheid waarmee jullie nu werken, het is een grote schaal waarin je kleinschalige dingen kansen geeft, dat is heel uniek. Dus dat groot project die kleinschalige stukjes ondersteunt, daar mag zeker een vervolg op komen en daar gaan wij zeker gebruik van maken.